Redt de Joden!

Titel
Redt de Joden!

Jaar
1946

Overig
Wat gebeurt er met de Joodse oorlogspleegkinderen?

Pagina's
20



wil men achter houden en aan de pleegouders geven als een beloning voor hun moedig gedrag, om ze zo tegelijk te behoeden voor hun Jood-zijn en voor het „minder aangename”, dat tot het Jodendom zou behoren. Hiertegen keren wij ons. Wij doen dat, omdat wij Christenen zijn, omdat wij zelf ook kinderen hebben en omdat wij Nederlanders zijn. Het Christendom vraagt barmhartigheid en het is eis van barmhartigheid, dat zolang van de ouders der pleegkinderen niet bekend is, dat zij hun kind geen Joodse opvoeding wensten te geven, voor deze kinderen een Joodse opvoeding wordt mogelijk gemaakt. Iedere ouder stelle zich voor, dat hij zijn kinderen had moeten wegstoppen en dat zij bij zijn overlijden zouden worden achtergehouden voor de familie en de groep, waartoe zij behoorden en hij zal onze verontwaardiging over het gedrag van sommige pleegouders delen. En dan tenslotte: wij zijn Nederlanders, gij lezer en ook wij, die dit schrijven. Nederlandse traditie was het de vrijheid en verdraagzaamheid hoog te waarderen. Nederland heeft den Joden lang een vrijplaats geboden. Mag dat nu veranderen? Mag dat veranderen, terwijl het hier toch in de eerst plaats gaat om Joden en Joodse wezen, die zelf of wier ouders sinds mensenheugenis Nederlanders zijn geweest?

Toen op 1 April 1924 H.M. de Koningin, Z.K.H. Prins Hendrik en H.K.H. Prinses Juliana de Grote Synagoge te Amsterdam bezochten, sprak de voorzitter van de Joodse gemeente, Mr. B. E. Asscher, deze woorden: „Vonden zij (de Joden) niet in dit gezegend land, vrijheid van geloofsovertuiging en eredienst, terwijl zij elders het slachtoffer waren van niets ontziende gewetendwang? Verkregen zij niet hier reeds vroeg de erkenning van volledig staatsburgerschap en de uitoefening van alle burgerlijke rechten, terwijl in zo menig ander land, helaas nog in deze tijd, de Jood wordt verguisd en als vreemdeling staat buiten de wetten van de Staat, voor welks onafhankelijk bestaan, hij mede zijn bloed heeft geofferd? En hier zijn wij door die bescherming, dank zij die vrijheid en als gevolg van die erkenning, geworden Nederlanders, konden wij ontplooien onze gaven van verstand en gemoed, zagen wij ons ontsluiten alle bronnen van stoffelijke welvaart en konden wij in de veelzijdige vertakkingen van het staatkundig en maatschappelijk leven, op het gebied van wetenschap en kunst, naar ons vermogen bijdragen tot de ontwikkeling, tot de bloei van het ons allen dierbaar Nederland.” Zo dachten Joden, zo denken zij nog. Zullen wij dan de rest, die weerkeerde, bemoeilijken? Wil Holland, dat zich in zo veel opzichten moedig verweerde, wat dit betreft, door Dui tsland geannexeerd worden? Mogen vooral de Joodse oorlogspleegkinderen het slachtoffer worden? Een der grote Joodse Meesters heeft in zijn tekstverklaring gezegd: „Slaat de hand niet aan Mijne gezalfden, daarmee zijn bedoeld de kleine kinderen op school.” Mogen wij dit ook beseffen en de Joodse kinderen doen zijn, wat zij naar hun wezen en volgens hun roeping móeten zijn.... Joden!

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.