hij leest met menschenoogen, en niet de Schrift door hem geraadpleegd wordt, doch zijne opvatting door hèm in de Schrift wordt tusschengeduid. Menschen-kinderen denken met een verstand, dat ten deele product is van ook-menschen.
Niet de gedachte worde getoetst, doch het verschijnsel.
Eenige auteurs — en zeer bevoegden — namen als aanvang tot uitspinning der Zionsgedachte het Woord van den Bijbel. Wij hebben reeds betoogd, waarom dit onzerzijds gevaarlijk wordt geacht. Zionisme is geen dogma, doch een volks-streven, dat in den werkens-drang der maatschappij zich omzet in eene volksbeweging. Zionisme is geene Kerk, geene Secte, maar een agglomeraat van dogma’s, secten, meeningen ; een verwarrende kolkzuiging voor wie één denkgeheel zocht. Of omgekeerd: Zionisme is de bij uitstek
nationale uiting, de primaire, van den bewusten jood-schen Volkswil en ’t is daarom, dat alle schakeeringen en spelingen van hopen en gelooven bij de dragers van dien Wil zijn te onderkennen. Van heiligst gelooven tot ongeloof vindt zijn bodem nog de basis van ’t nationale leven.
Geheel anders de vraag: in welke verhouding de Volksziel staat tot Gods voorzeggingen en de duiding, daaraan gegeven door Israëls Wetsgetrouwen f
I. Zionisme als volksgeloof.
Als in (Leviticus 26) de woestijn de Gods-stem gaat over Israël, dan wordt de straffe voorzegd zoo het volk de Leere Gods niet volgen mocht; dan wordt het volk bedreigd met vele straffen en, eindelijk, met verwoesting des lands, met ballingschap in ’t land der vijanden, met weeke moedeloosheid, met verkwijning in ’t vijandelijk land. Maar, en hier schijnt een straal van Hoop door het donkere floers der Diaspora, ook dan zal de