63
diamantwerkers is periodieke werkeloosheid iets gewoons. En het vooruitzicht, na eene maand het dubbele van zijn oud loon te verdienen, maakt den halfwas het contractbreken zéér aanlokkelijk. Immers, had hij halfknechtsloon en vindt hij ergens eene betrekking voor vol of bijkans vol loon, dan is het hem voordeelig eene maand te wachten, en die betrekking daarna te aanvaarden ')• I*1 den regel toch zal de oude leermeester zich niet den last van lange processen aanhalen, maar genoegen nemen met art. 59, het loon van twaalf dagen als schadevergoeding, zonder eenig bewijs te hoeven bij te brengen.
De jonge arbeider heeft dus eene schê, van vier weken -|-12 dagen tegen halfknechtsloon = op zijn hoogst 42 dagen halfknechtsloon, wat bij bij den nieuwen baas in juist drie weken kan inhalen. Contractbreken beteekent dus voor hem: 7 weken zonder werk wezen, met de zekerheid, daarna het dubbele te verdienen.
Valt de maand, dat hij wachten moet, in periodieke werkeloosheid, dan lost voor hem de kweste zich op in 12 dagen halfknechtsloon = één week voor niets werken. Binnen 14 dagen heeft hij dan weer „gelijke rekening” en verdient dan bet dubbele.
Dan niet te vergeten dat de contröle van den Bond veel meer omvattend is, scherper en nauwkeuriger kan zijn, en het is duidelijk dat de regeling van den A. N. D. B. verre de voorkeur verdient boven die van het Ontwerp.
Wordt dit laatste nu ingevoerd en kunnen beide regelingen zich handhaven, dan wordt niets gebeterd en den arbeiders en werkgevers maar last om niet berokkend. Ja, de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat het prestige öf van de wet, óf van den Bond daaronder lijde. Wat voor beiden nadeelig is en minder gewenschte indirecte gevolgen kan hebben.
Mag hieruit gebleken zijn, dat de regeling van den Bond veel beter is, en het Ontwerp die moest volgen, of voor de diamantiudusterie geene arbeids-boekjes invoeren.
') Hij kan echter ook als „aannemer” gaan werken.