De Arbeidsovereenkomsten in de Diamantindustrie

55

die het noodzakelijk supplement was van ouderlijke zorg, wel eens gebruikt werd voor doeleinden, die kwalijk strookten met eene behoorlijke bescherming van den onmondige. Nog meer. Het kwam herhaaldelijk voor, niet bij dozijnen, maar bij honderden gevallen tegelijk, dat de ouderlijke macht misbruikt werd ten nadeele van het kind, dat aan overmatigen loonarbeid werd overgegeven. Vandaar een ingrijpen van den Staat op den arbeid van sommige categorieën minderjarige kinderen. Vandaar bepalingen als die, welke wij in onze Arbeidswet aantreffen. Bepalingen, die, waar zij den arbeid van kinderen verbieden, van jongelieden slechts onder zekere voorwaarden toestaan, op grond van art. 14 A.B. elke overeenkomst nietig doen zijn, die met deze voorschriften in strijd is.

Gemelde bepalingen hier te memoreeren mag onnoodig geacht worden, ook al daarom, omdat kinderarbeid in die mate als b.v. bij de groote industrie voorkwam, hier steeds onbekend was.

Langer echter moeten wij blijven stilstaan waar het geldt de vraag in hoeverre een arbeidscontract met minderjarigen geldigheid kan hebben. Zoo komen wij tot controversen, waar uitlegging gevraagd wordt van de bestaande wet, geschapen in een tijd, toen men nog weinig wist van kinderarbeid; en aan den anderen kant ligt hier de taak van den wetgever, om, zooals Mr. Drucker het zeer scherp formuleert, strijdige belangen met elkaar te verzoenen: eenerzijds de behoefte der praktijk, die vordert dat met den minderjarige boven zekeren leeftijd veilig eene arbeidsovereenkomst kan worden gesloten, aan den anderen kant de handhaving van het ouderlijk gezag en de zorg voor het welzijn van den minderjarige, die door het lichtvaardig aangaan eener arbeidsovereenkomst zijne toekomst kan in de weegschaal stellen ').

Ons B. W. toch zwijgt over het geval dat minderjarigen hunne diensten als arbeider verhuren; daarom geldt in dit geval de algemeene regel, dat de minderjarige geen contract

‘) M. v. T. sub. artt. 4, 5.