Het zotte vleesch

Titel
Het zotte vleesch

Jaar
2007

Pagina's
228



GEDICHT VOOR BLOEMENDAG 13 juni 1929

„Weer bloeit een Lente zooveel weelde open.

Dat hart en gang zich van zijn zoet verzaadt.

Weer is een schat van bloemen uitgeloopen.

De zon stijgt stralend, die goud ondergaat"1

Weer leeft in ons het nimmer matte hopen, dat geen ontgoocheling in ons verslaat.

Wij mijmeren op 't donkerkoel terras gezeten terwijl de dolle stroom van menschen langs ons gaat, wij kunnen onzen kommer niet vergeten -Opeens rijst voor ons oog een blozend blank gelaat.

224


Een sierlijk meisje bood ons de anjelieren, margrieten, lathyrus met koele hand: het is de bloemendag die wij nu vieren, koopt bloemen voor uw Vaderland!

De twijfel drukt ons neer en het gevaar; de schoonste beelden zijn ons ijle wanen, het oud verlangen valt ons zwaar, en vruchtloos lijken ons de nieuwe banen -Maar wie gelooven willen, zullen klaar De heifge Zon zien door hun tranen!


1

Naar een gedicht uit 1916 van Jacob Israël de Haan; joods schrijver die, zoals vermeld bij de publicati van dit gedicht in DeJoodsche Wachter van 13 juni 1929, tot een tientaljaren daarvoor voor elke Bloemendag een gedicht schreef. Bloemendag werd georganiseerd door het Joods Nationaal Fonds. De opbrengst was bestemd voor de opbouw van een Joodse staat in het toenmalig Brits Palestina.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.