tijds van de kachel gegrist heeft, gloeien in zijn zak. „Vervloekt, die rotkerels hebben altijd wat bijzonders,” merkt zijn maat op. „We zullen hier maar een poosje blijven zitten, hier zijn we voorlopig veilig. Het is maar goed, dat we niet gesnapt zijn, want ik heb nog een clandestiene brief in mijn zak.” „Zoo, weet jij dan iemand, die hem voor je uit het kamp smokkelt?” vraagt Louw geïnteresseerd.
„Ja, een van de burgertimmerlieden, die aan het nieuwe ziekenhuis werken, neemt regelmatig brieven voor mij mee.”
„Is dat niet gevaarlijk ?”
„Ja, dat wel,” geeft de man toe. De moffen hebben hem vorige week nog gefouilleerd, maar ze konden niets vinden. Toch had hij twintig brieven in de dubbele bodem van zijn gereedschapskist. Maar ja, je moet het maar weten.”
„Wat kost zo’n brief versturen?”
„Vijftien gulden,” antwoordt zijn maat opgewekt. „Het is voor niets als je bedenkt, wat voor een risico die man loopt! Wordt hij gesnapt, dan krijgt hij zeker een half jaar straf.”
„Ja,” geeft Louw sarcastisch toe, „als je geld genoeg hebt, is het voor niets.”
Daar er uit de barak geschreeuwd wordt; „Ze benne weg!” staan de twee mannen op en gaan weer naar het wasruim. Het stilzitten verveelt Louw echter snel. Hij loopt daarom op zijn gemak naar de appèlplaats. O ja, dat is waar ook, het is vandaag Zaterdag. Deze dag is voor de joodse mensen een feestdag, want de mannen mogen bij uitzondering met hun vrouwen op de appèlplaats wandelen. Dat is voor hen iets buitengewoons, je leest de blijdschap op hun gezichten. Wanneer men hen in hun Zondagse kleding ziet wandelen is het haast niet in te denken, dat zij door hun medemensen ten dode zijn opgeschreven. Daar loopt een vrouw met een kind van circa twee jaar aan de hand. Een achter haar aankomende moeder met een baby op haar arm haalt haar in en begint een gesprek. Hé, daar loopt Maurice van Kleef, de bekende Amsterdamse drummer. Het laatst speelde hij nog in de band vanNatGonella.Hij wandelt samen met den niet minder popu-lairen pianist Martien Roland en den zanger Bob Scholte. Ach, daar gaat een vrouw op krukken en daar rijden twee oudere
97