Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Titel
Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Jaar
1945

Pagina's
158



hen, die mee mogen. Ieder, die de volgende dag nog niet opgeschreven staat, maar toch graag mee wil, is dan verplicht om zo’n vent een paar sigaretten te geven. Doet hij dat, dan wordt één van degene, die niets gaf, uit de rij geschopt en de gever komt daarvoor in de plaats. Louw bijt van ergenis op zijn lip. Dat je zo’n schoft nou niets kunt doen. Je moest eigenlijk . . . „Hè maat, sta jij wel opgeschreven ?” De man naast Louw stoot hem aan. Uiterlijk kalm geeft Louw antwoord: „Natuurlijk, wat dacht je dan?” „O, ik dacht dat je een nieuwe was en nieuwen mogen hier niet bij aansluiten.” Daar Louw niets meer zegt, maar recht voor zich uit blijft kijken, is het gesprek hier mee afgelopen. Nog zo’n bezorgde medehaftling, denkt Louw. Als er één of ander mooi baantje is, wil ieder vertellen wat wel of niet mag. „Du . .” Louw schrikt van de zware stem van den voorman. Een grote, grove kerel met brede schouders en een neus als een beroepsbokser, trekt hem achteruit en kijkt hem onderzoekend aan. „Bist du neu?” Een felle opstandigheid tegen de heersersblik, waarmee hij aangekeken wordt, laait in Louw op. „Nein,” liegt hij, „ik ben altijd bij dit commando geweest.” De voorman is overtuigd. Nu pakt hij den man, die net goede raad aan Louw gaf ruw aan zijn arm en herhaalt zijn vraag. De man slaat schuldbewust zijn ogen neer en zegt: „Neen, ik ben nog nooit bij dit commando geweest, maar ik ben een vriend van Dorus”. „Ach was,” de voorman duwt den Haftling met een flinke zet de rij uit. „Dorus hat gar nichts zu sagen, Scheisze. Allemal eben aufpassen: Still gestanden!” Als alle mannen stram in de houding staan, telt de voorman nog éénmaal het aantal. Dan klinkt het commando: „Abmarschieren!” De groep van vijftig man verlaat het kamp.

Nadat ze de laatste prikkeldraadversperring achter zich hebben, haalt Louw weer verlicht adem. Ondanks de honger voelt hij zich weer helemaal bijkomen. „Ha, hier is het café „De Ijzeren Man” weer” zegt de man naast hem. „Wat is het hier mooi, zeg. Kijk eens naar het water aan de overkant. Nu de zon er op schijnt, lijkt het wel zilver.” Inderdaad, de man heeft gelijk. Een prachtige licht golvende waterplas, omzoomd met groene biezen, geeft den gevangene het idee van ruimte en

91

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.