door het rampzalige in de figuur voor hem getroffen. Om hem wat op te beuren vraagt hij; „kan de commandant niets voor je doen, je zoon was toch soldaat ?” „Neen,” antwoordt de man somber, „het maakt voor mij niets meer uit waar ik ben. Voor ik gearresteerd werd, kwam het meisje van mijn zoon altijd zijn brieven bij mij thuis laten lezen. Zij is het, die mij verraadde, toen ik naar de Engelse zender luisterde.” Louw weet niets meer te zeggen, daarom laat hij den man, die in gedachten verzonken op de kruiwagen is gaan zitten, alleen.
Na het avondeten is Louw een van de eersten, die de barak verlaat. Spoedig is hij in gesprek met een joodse medehaftling, die hem vertelt:
„Ik maakte deze ellende al jaren geleden in Duitsland mee, want vóór Hitler aan het bewind kwam, woonde ik in Hamburg. Ik zie de eerste S.A.-mannen nog door de straten marcheren, kerels, die niet langer in de armoede wilden leven, kerels, die voor niets terugdeinsden om hun doel te bereiken. Als dragers van de haat voerden zij ieder door hun leiders gegeven bevel uit zonder bedenkingen of medelij. Had iemand met hen medelij 1 De banken in het plantsoen zaten iedere dag vol hongerige, werkloze jonge kerels. Wie hield met hen rekening ? Toch geen mens! Ieder dacht aan zichzelf, daarom moest er iets gebeuren. Wat, scheen niemand te weten. In Hamburg dacht het grootste deel der bevolking communistisch, doch er was geen geschikte leider. Hermann Thalmann was een slappeling, die geen begrip had van de kracht der arbeiders en alles met praten dacht te bereiken. Wat hij ermee bereikt heeft weet je, hij is gekrepeerd als alle andere vooraanstaande communisten. Tegelijk met hem waren de joden het slachtoffer. Hitler heeft ze bij duizenden tegelijk laten afslachten. Ik zie de Hitlermannen nog de geboycotte jodenwinkels leegroven en de mensen achter zich over straat meesleuren. In die tijd ben ik met mijn gezin naar Holland gevlucht.”
Eerst wisten wij niet hoe wij het hadden. De levensmiddelen waren zo goed als waardeloos en toch konden de arbeiders ze slechts met moeite bekomen. Hoe dat mogelijk was kregen wij echter gauw in de gaten, toen we een courant inkeken en lazen, dat de ministers hier bij voorkeur zich druk maakten
71