Pak aan en naar buiten!” Hierbij trachtte hij de zich wanhopig aan het kinderbedje vastklemmende moeder los te rukken. „Pak aan, eerst dat wijf en .. Wat er toen met me gebeurde weet ik niet meer, maar ik greep dien vent in z’n nek en smeet hem met z’n kop tegen de muur. In blinde woede sloeg ik op hem los. Al mijn verkropte haat kwam boven.
Toen ik weer helder kon denken was ik al door mijn collega’s weggevoerd en in de boeien geslagen. Mijn hele huis werd ondersteboven gehaald, alles doorzocht. Sabotage en verzet tegen de bezettende macht. Een onbenullig briefje met het opschrift: ,Houdt moed en saboteert,’ dat één van mijn goedmenende landgenoten bij mij in de brievenbus had gedaan en door m’n vrouw achteloos op de schoorsteen was gelegd, was schuld aan de arrestatie van haar en mijn kinderen.”
De man heeft alles gejaagd achter elkaar verteld. Nu schopt hij met zijn klomp tegen de kruiwagen.
,,’tls godgeklaagd en er is geen hoop op een spoedig eind.”
Bij de houtstapel kunnen ze niet blijven staan, daarom laden ze wat blokjes hout op de kruiwagen, delen de gekregen boterhammen en gaan op zoek naar nieuwe buit. Wanneer ze wat hout voor de wasruimkachel brengen, mogen ze de vrouwenbarak in, allicht, dat daar ook wat eten overschiet. In het wasruim is slechts één vrouw aanwezig.
„De anderen zijn vandaag aardappels schillen,” zegt zij, een margarinedoos van een pannenrek afhalend, „ik zal jullie een paar appels geven. Hier, stop weg.”
Hoewel de beide Haftlingen zich als twee vagebonden voelen, worden de appels met graagte aanvaard. In het kamp kent men in dat opzicht geen bedenkingen.
„Maak jullie niet ongerust,” vervolgt de vrouw, „onze grijze muizen zijn in het schillenhok, jullie kunnen gerust wat blijven praten. Is er nog nieuws?”
„Niet veel,” antwoordt de politieagent somber. „Wat kim je geloven ? Politiek is één bonk vuiligheid, waar wij de dupe van zijn.”
„Voorlopig wel,” antwoordt de vrouw. „Zeg, heb jij geen sokken?” vraagt zij, op Louws kapotgelopen voeten wijzend.
62