geestesgesteldheid. Een man, die thuis bijvoorbeeld het grootste woord heeft en door zijn gezin als een geweldenaar wordt gezien, ondervindt, dat hij hier niets te vertellen heeft. Vanzelf zoekt zijn drang om zich te laten gelden een andere uitweg, die hij vindt in het uitbraken van de meest liederlijke taal, veelal met sexuele inslag. Kijk, nu komt hij weer tot zijn recht. Hij ziet de ergernis in jouw ogen en hoort de bijval van zijn mededranggenoten, die trachten hem in grofheid nog te overtreffen. Een ander geval vond zijn oorzaak... ”
In zijn uitlegging wordt Louw onderbroken door een gevangene, die met zijn vriend vlak bij hem in de buurt plaats neemt. De man is erg opgewonden en zegt met ergernis in zijn stem:
„Verdomme, je moest zo’n wijf op kunnen hangen.”
Louws maat fronst zijn voorhoofd en kijkt hem veelbetekenend aan. „Als je over den duivel praat, trap je op z’n staart.” Hij blijkt zich echter vergist te hebben.
„Zo’n vrouw is waard, dat ze het kamp niet overleeft.”
„Ja, nou weet ik het wel,” antwoordt de naast hem zittende man ongeduldig. „Vertel liever, hoe alles gekomen is.”
Nadat de opgewonden man nog een paar flinke Hollandse verwensingen heeft geuit, begint hij zijn verhaal:
„Toen ik een maand geleden door voorspraak van een vriend een baantje bij de brandweer kreeg, was ik erg in m’n schik. Nu had ik overdag niets meer met capo’s te maken. Extra eten en een mooie kans om de twee maanden, die ik nog moest blijven, rustig door te komen. Dat was me ook zeker gelukt, als een vrouw het niet in haar hoofd had gehaald om aan haar vriendin te vertellen, dat ik een verhouding met haar had. Haar vriendin vertelde het over aan een andere vrouw en deze zorgde op haar beurt, dat de commandant het te horen kwam. Een uur geleden moest ik bij hem komen. „Of ik wel eens in het vrouwenlager kwam,” was zijn achterdochtige vraag. „Natuurlijk,” antwoordde ik niets vermoedend wat me boven het hoofd hing. „Ik ben met de brand-contróle belast.” „Aha,” was zijn antwoord, „en daarom nam je meteen maar de vrijheid om een vrouw te controleren, was?” Ik stond verbluft over de beschuldigende toon, waar-
50