„Rheumatiek ?” informeert Louw.
„Neen, vorige week heeft een Hollandse SS-soldaat mij met een knuppel op mijn hoofd geslagen. Als ik nu buk hoor ik water in mijn hoofd lopen.”
„Water in je hoofd ?”
„Zo is het. Als je boven mijn rechteroor luistert, kan je het zelf horen.”
„Ja,” zegt Louw, die direct de proef op de som neemt, „je hebt gelijk. Als jij je hoofd beweegt, lijkt het, of er iets in los ligt. Je moet direct naar den dokter. Dat kan gevaarlijk worden, als je er mee blijft lopen.”
Daar wil de man niets van weten. „Neen, zo oud, als ik ben, ging ik nooit naar een dokter. Hier in het kamp, waar de doktoren zelf zenuwpatiënt zijn, ga ik zeker niet,”
„Zal ik dan eens met een dokter gaan praten en zijn raad vragen ?”
Nu wordt de man woedend. „Ik zal me met hand en tand tegen een onderzoek verzetten en jij hebt het recht niet om je met mijn zaken te bemoeien.” De man draait zich om en loopt weg.
Besluiteloos blijft Louw nog aan het prikkeldraad staan prutsen. Wat te doen voor dezen dommen man ? Ha, de voorman blaast verzamelen. Helaas, er zijn nog teveel mensen, die hun eigen belang niet kunnen zien.
In een flinke gietregen wordt het appèl afgenomen. Nu wachten de Haftlingen op het commando afmarcheren. Louw is bij de achterste groep. Wacht, hij gaat boven op de kappen van zijn klompen staan, dan kan hij het gehele terrein overzien. Tjonge, wat een mensenzee. De meesten rammelen natuurlijk weer van de honger. Maar enfin, nog een paar minuten, dan krijgen wij weer brood. Louw heeft zich echter vergist. De commandant laat hen nog niet gaan. Hij staat met de Duitse capo’s te praten. Wat is dat nu ? De capo’s rennen ineens weg in de richting van het barakkenkamp. Soldaten met honden stormen de stenen poort onderdoor, het bos in. Klopt het appèl niet? Een gefluister gaat door de rijen.Gevlucht, ja, vast één gevlucht. De commandant loopt gejaagd heen en weer. Eén uur wachten, twee uur, drie uur, hoe lang
38