Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Titel
Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Jaar
1945

Pagina's
158



schrikkelijk, zo te moeten leven. Ja, feitelijk is het de eerste Duitser, die hij hier een verstandig woord hoort zeggen. Daarom wacht hij nog even, tot de man in bed ligt en staat dan op om het licht uit te draaien.

’s Morgens zit Louw aan tafel. Zijn broodrantsoen heeft hij gisteravond al opgegeten. Hij drinkt nu zoveel mogelijk koffie-surrogaat. Dan heeft hij tenminste iets in zijn maag, want het is een hele ruk tot twaalf uur zonder eten.

„Zeg Louw, wat was Joep vannacht weer dronken, hè?" De koffie-uitdeler vult met een zwaaiende beweging van zijn potlepel Louws etensbakje.

„Zo, heet hij Joep ?"

„Ja, ken je die dan niet ? Dat is de beul van het kamp, die de lijken verbrandt en de „zwaren" ophangt. Voor iedere klant krijgt hij een liter spiritus van de Duitsers...."

Het is Zondagmorgen. Als de gevangenen van barak 19 A spiernaakt buiten staan aangetreden begint de kapper zijn werk. In korte tijd zijn alle lichamen van hun haartooi ontdaan. Nu wachten zij met hun hemd in de hand op hun beurt van de luizencontróle. Wanneer Louw ze zo ziet rijst onwillekeurig de vraag in hem op: Zijn dat nu de schepselen, die elkaar bezwendelen, beliegen en naar het leven staan? Ze lijken zo nietig. Dat wezen daar bijvoorbeeld, dat zo schuchter zijn vuile hemd ter controle aanbiedt, bekleedt in de maatschappij stellig een hogere positie. Je kunt het hem aanzien dat hij met zijn kleinheid geen raad weet. Wat zou er nu omgaan in zijn kale hoofd? Zoiets als: Schandalig om juist mij tussen al deze kerels te laten staan; om je dood te schamen. Hij vindt zich er denkelijk veel erger aan toe dan de anderen. Misschien heeft hij een grote villa ergens in het Gooi, waar zijn vrouw met een kelder vol gehamsterde levensmiddelen op zijn eventuele terugkomst wacht. Wie zal het weten? Wanneer je daarentegen het schrale mannetje, dat achter hem staat, bekijkt, die zo onverschillig de controle langs zich heen laat gaan, vraag je je af, wat er in hèm omgaat. Denkt hij: Het kan mij niets verdommen, de hele wereld is toch een rotzooi ? Zou zijn vrouw in een der vele vunzige bovenhuizen van

30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.