ondervindt Louw ook, maar toch kan hij de verleiding niet weerstaan om van het sneedje brood, dat hij voor de volgende morgen wilde bewaren, nog een stukje af te breken. Dan nog een stukje. Ach, nu is het niet meer de moeite waard om te bewaren. De rest verdwijnt ook in zijn om meer vragende maag. Zo vergaat het de meeste Haftlingen. Enkelen zijn echter zo fortuinlijk om van de gevangenen, die hier reeds langer zijn en met een pakket voor zich aan tafel zitten, een sneedje brood te krijgen, wat door velen met hunkerende blikken gevolgd wordt. Daar de vermoeide mensen bang zijn om weer narigheid met den blokoudste te krijgen, houden zij zich tot bedtijd zo stil mogelijk. Twee uur later ligt alles in vaste slaap; de snurkers schijnen met hun gezaag elkaar te willen overtreffen.
„Los heraus, onder de bedden, los heraus!” Het is de schreeuwstem van den voorman, die hun midden in de nacht de schrik op het lijf jaagt. Met een stok slaat hij de nieuwen, die nog niet begrijpen wat er aan de hand is, tegen het hoofd. „Los heraus, onder de bedden, los heraus!” Nu begint een wild geduw van mensen, die dezen sadist willen ontwijken en trachten onder hun bed in veiligheid te komen. Geen lichaamsdeel mag onder het bed uitsteken. De voorman schopt met zijn zware laarzen overal tegen aan. Dan: „Los, in de beddenV* De overspannen mensen trekken zich op aan alles, wat ze in hun nabijheid zien. „In de bedden!” „Uit de bedden!” „In de bedden!” Vijf keer achter elkaar herhaalt hij dit wrede spel, bijgestaan door den blokoudste, die nu ook actief geworden is. Die kerels zijn stapelgek, flitst het door Louws hoofd. Hij tracht één van zijn slaapjes, die onder het bed met zijn hemd aan een uitstekende spanveer is blijven haken, los te maken, maar moet dit staken door een klap tegen zijn achterhoofd. Zich omdraaiende kan hij nog net een tweede afweren. „Vooruit, jullie beiden ook je nest in!” Hans, een vriend van den capo, staat voor hem. Een golf van woede doorstroomt Louw. Hoe makkelijk zou hij dezen schoft zelf onder het bed kunnen slaan, maar weerstand betekent in deze situatie zelfmoord. Daarom laat hij den man aan zijn lot over. Terwijl hij in zijn bed stapt, herinnert hij zich de woorden van Henk;,, Onthoud
23