Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Titel
Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Jaar
1945

Pagina's
158



„Boter of iets dergelijks moet je er maar bij denken, want die heb ik niet.”

„Neen, daar begin ik niet aan,” antwoordt Louw, terwijl hij het brood op het bed teruglegt. „Ik wil in geen geval jouw rantsoen opeten.”

„Neem het gerust, jongen, het is georganiseerd,” fluistert zijn nieuwe vriend met een lach en ter verduidelijking voegt hij er aan toe: „Dat is kamptaal en betekent gestolen. In dit geval georganiseerd uit de SS-keuken.”

Nu is er voor Louw geen reden meer om te weigeren en langzaam, om van iedere hap zo lang mogelijk te genieten, begint hij te eten, terwijl zijn vriend vertelt: „Achttien maanden ben ik nu mijn vrijheid kwijt. Achttien maanden, die voor mij achttien jaar schijnen, maakte ik de grauwe wreedheid van het kampleven mee. Daar in Buchenwalde, waar ik als saboteur naar toe gebracht was, heb ik eens gedacht het leven niet meer aan te kunnen. Totaal uitgeput levensmoe heb ik in mijn functie van „Sanitater” tussen de stervende mensen doorgescharreld, tot plotseling de wil tot leven weer in mij ontwaakte en ik een studie van de oorzaken van die ellende begon. Tegelijkertijd deed ik afstand van al mijn vooroordelen en verschillende levensbegrippen, die ik vroeger voor mijzelf als onmisbaar had beschouwd. Wat ik daarmee bereikt heb, schijnt ongelooflijk. Nadat ik mezelf had leren uitschakelen, verwonderde het mij iedere dag, dat ik vroeger zo verblind was geweest. Slechts mijn eigen belang had ik altijd willen zien. Daardoor was het ook mogelijk, dat ik de Duitsers hartgrondig haatte en mijn lotgenoten in mijn onderbewustzijn als medeplichtig aan mijn ellende beschuldigde. Zij toch wilden geen eenheid vormen tegen de mensen, die ons tyranniseerden. Alleen omdat ze, evenals ik, verblind waren door hun vals egoïsme. Zo vergaarde ik mensenkennis en leerde het leven begrijpen. Ieder mens, die ik moest verbinden, bestudeerde ik apart, praatte met hem en maakte mijn conclusies. Ondanks doodsgevaar en honger bouwde ik met steeds groter ijver aan mijzelf. Daardoor kreeg ik een geestelijke kracht, die mij door alle ellende heen hielp. Overal verwierf ik vrienden, die ik, zover dat in mijn vermogen lag, met raad en daad terzijde stond. Ik

19
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.