Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Titel
Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Jaar
1945

Pagina's
158



Nu pas valt het op hoe mager en uitgeput deze mensen zijn. Een jongen met een breukband om kan haast niet meer op zijn benen staan. Een man van in de zestig is in een hoek gekropen, zijn uitgemergeld lichaam zit vol vurige zweren. Er gaan verscheidene uren voorbij, voordat allen van klompen en boevenpakken voorzien zijn. Daar ze sedert de vroege ochtend niets meer gegeten hebben, wordt de stemming onder de afgematte mensen steeds hopelozer. Het is voor hen een verlichting als ze eindelijk over de appèlplaats door een prikkeldraadomheining in het barakkenkamp komen. Voor een met 22A genummerde barak blijven ze wachten en krijgen het bevel zich uit te kleden. Ze staan ongeveer drie uur naakt in de koude buitenlucht voordat de Duitse dokter zijn onderzoek begint. Binnen 35 minuten zijn 150 mensen gekeurd en gewogen. Ze marcheren naar de eetzaal van barak 19A. De eetzaal is een kaal vertrek met een stenen vloer; enkele houten tafels en zitbanken zijn het meubilair. Alleen in een hoek staat een keurig gedekt tafeltje met kaas en worst, wat de jongens doet watertanden. Iedereen is blij eindelijk te kunnen gaan zitten. Boven het geroezemoes van stemmen heeft een lange Amsterdammer het grootste woord. Hij is van zijn plaats opgestaan en schreeuwt opgewonden: „Hebbe jullie het beknijst, we worre allemaal kaalgeknipt en dan nog een baan recht over onze knars. Dan kenne ze de luize beter zien en omdat ze bang benne, dat je anders de bene neemt.”

Zijn tafelbuur is zoo verstandig om hem naar beneden te trekken, wat den Amsterdammer een luid protest ontlokt: „Jatte thuis houwe, maatje!” Plotseling gaat de deur open en verschijnt een gestrafte met een band om zijn arm, die direct begint te schelden: „Was ist das hier für ein Krach, blode Drecksacke, haltet eure Schnautze! Heraus, los heraus!”

Wat er precies gebeurt weet niemand, maar even later is de zaal ontruimd en staan zij buiten, verschillende met een dik oog of een kapotte lip. Tot overmaat van ramp begint het te regenen. Uren staan ze nu in de regen. Als ze in de verte een bel horen luiden komt de man met de band om zijn arm, die hen net de barak uitgooide, commandeeren: „Voorwaarts, es ist Appèl.”

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.