„Bleke mannen in gestreepte boevenpakken .,.’
Een SS-soIdaat is er direct bij om hem overeind te schoppen. Zelfs krijgt hij er nog twee stenen bij en moet nu nog harder dan de anderen voort. Als Louw van Dijk de SS-man aankijkt, schreeuwt deze: „Kijk voor je, bloder Hund!” wat hem het bloed naar zijn hoofd doet stijgen van machteloze woede. „Verduiveld, het is hier ook geen paradijs.”
Weldra hebben ze enige boslanen achter zich en komen door een slagboom in het kazernegebied der SS-posten. Ook hier zijn gestraften aan het werk en ondanks de bedrijvigheid heerst er een angstwekkende stilte, die slechts onderbroken wordt door commanderende posten. Onder een stenen poort doorlopende komen ze op een open terrein, blijkbaar de appèlplaats. Hier wordt halt gehouden. De zwarte politie draagt het commando over aan hun SS-kameraden, die het bevel geven: „Koppen dicht en afwachten.” De posten gaan weg en twee uur blijven ze zonder bewaking zwijgend wachten. Daarna komt een gestrafte met een band om zijn arm hen bevelen: „Volgen!” In een stenen gebouw met het opschrift „Schreibstube” wordt alles van waarde ingeleverd. Die klaar zijn begeven zich naar een binnenplaatsje, dat door vier muren begrensd wordt. Er verschijnt een Duits onderofficier, die het bevel geeft: „Alles uittrekken!” Sommigen schamen zich en houden hun onderbroek aan. Als de Duitser één van hen een bloedneus stompt is hun schaamtegevoel echter verdwenen.
10