moeten nemen met het oog op grote gebeurtenissen, „Prachtig, nou zal je het hebben,” zegt een naast Peter Boerhave zittende man. „Hé, wat is er voor nieuws,” de blokschrijver staat bij de achterste tafel iets te vertellen. „Wacht, nu komt hij naar onze tafel. Oorlogsnieuws ?” „De nieuwen”, zegt hij, „moeten bij het avondappèl goed opletten. Er zijn enige pakketten voor hen aangekomen.” „Ben ik er ook bij”, fluistert een man. „En ik?” vraagt een ander. „Nommer W 8212.” „Ach, weet ik dat,” antwoordt de blokschrijver, „ik ken alle nummers niet uit m’n hoofd.” Hij loopt alweer door naar een andere tafel. Na het eten wandelen de Haftlingen wat achter de barakken. De zon schijnt, het leven begint weer kleur te krijgen. Invasie, kersen, mooi weer. Wat wil je nog meer ? De gestraften komen zichtbaar bij. Je merkt het aan de gesprekken. Wacht, Peter gaat daar eens luisteren, bij dat clubje van vijf mannen. Wat is dat voor iemand die zo’n dankbaar gehoor vindt ? Een jonge man met een grote uilenbril heeft het woord. Z’n geaffecteerde stem doet de naar hem luisterende Haftlingen heel wat geleerdheid vermoeden. „Denk eens in, ze komen met kleine tanks, die onder vliegtuigen gemonteerd zijn en landen midden in Duitsland.” „Hè,... ?” valt iemand hem nuchter in de rede. De uilenbril laat zich er echter niet door van de wijs brengen maar vervolgt: „Tegelijkertijd landt een leger infanterie in de Duitse Bocht. Eenvoudig genoeg. Nu doet zich het volgende voor. De Duitsers, die niet weten, dat de tanks reeds in Duitsland opereren trekken al hun troepen zo gauw mogelijk naar de Duitse Bocht. Dit wordt hun noodlot, want daar hebben de Yankees juist op gewacht. Ze landen dan ook bij millioenen tegelijk in Portugal, gaan regelrecht door Spanje naar Zuid-Frankrijk en vallen de rest van de Duitse troepen in de rug aan.” Een paar Haftlingen hangen aan zijn lippen. Zo zal het ook wel gaan. Die man zal het best weten. Je kan wel zien, dat het niet de eerste de beste is. Toch is er ook één, die er anders over denkt. Hij merkt tenminste op; „maar, man, als alles zo eenvoudig was, waarom bombarderen ze dan zoveel ?” „Dat is te begrijpen”, vervolgt de amateurstrateeg, „als ze ieder keer, wanneer ze Duitsland gaan bombarderen de locomotieven kapot gaan gooien, hoe-
116