Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Titel
Vught, dertien maanden in het concentratiekamp

Jaar
1945

Pagina's
158



vuil is, moet m’n moeder hem ’s Zondags wassen en drogen. Ik had hem beter niet kunnen antwoorden, want hij keek me verwijtend aan en ging weg. Onver beter lijk, zoo’n arbeidersjongen durft nog iets terug te zeggen ook. Ik zal je wel vertellen, dat ik in die betrekking niet vet ben geworden, want ’s morgens kon er niet eens een kopje koffie af. Gelukkig kreeg ik later een betrekking als glazenspoeler in een geheime nachtclub. De baas was zelf een fijne snuiter, die het leven kende en geen informaties nodig had. Hem heb ik heel wat te danken. Het is jammer, dat een overval hem in de lik hielp, want goede mensen zijn zeldzaam.” „En wat deed je daarna ?” wil Henk weten. „Daarna was ik werkeloos. Om de tien weken mocht ik in het werkelozenkamp „Craailo” te Bussum op de hei papiertjes rapen. In de speciaal voor ons ingerichte barakken, kregen we les in vaderlandse geschiedenis. Om ons geestelijk op een hoger peil te brengen vertelde men ons, hoe in vroeger tijden onze reders zulke goede zakenlui waren geweest en met alle landen voordelig wisten te handelen. Ze vergaten erbij te vertellen, dat velen stinkend rijk waren geworden met speculeren, zelf nooit een hand uitgestoken hadden en er niet voor terugdeinsden om een oud schip op zee in brand te laten steken. Of er mensenlevens bij omkwamen liet hen koud. „De verzekering dekte hun schade”. Nu de jongen uitgesproken is, spuwt hij met een onverschillig gezicht in het zand. Doch als Henk vraagt: „waar zit je voor, diefstal ?” verandert hij als een blad aan de boom. Onrustig veegt hij met z’n mouw langs zijn neus, als tracht hij het antwoord nog wat uit te stellen. Dan zegt hij somber: „Nadat m’n zuster als lopend patiënt uit een sanatorium ontslagen was, is ze met een Duits soldaat uitgegaan. Nou, de rest is gauw verteld”, vervolgt hij haastig. „Toen ik haar op straat tegen kwam en zei, dat het uit moest zijn, werd ik ingesperd. Het was echter al te laat. De eerste brief van thuis meldde, dat ze venerisch was geworden en in verband met haar vorige ziekte in levensgevaar verkeerde.” De jongen kijkt even bedrukt naar de grond. Dan staat hij op, slaat z’n klompen met een klap tegen elkaar, trekt weer een onverschillig gezicht en zegt: „Ze hoeven me niks meer te vertellen, de hele wereld is

106

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.