Joodse traditie te volgen en ongelovig te zijn. Hij weigerde speciale Joodse eigenschappen te zien, er was volgens hem geen onderscheid tussen Joden en niet-Joden, maar Joodse nouveaux riches lokten wel antisemitisme uit. Als derde in deze reeks van inconsequenties deelde hij mede blij te zijn dat zijn kinderen gemengd gehuwd waren, maar hij betreurde het op een ander moment van de enquête dat zijn kleinkinderen niet besneden waren. Dit soort inconsequenties kwam wel meer voor en is als volgt te verklaren.
De geïnterviewde was als socialist van het eerste uur anti-kerks en anti-religieus. Tegelijk wenste hij, zoals alle principiële assimilan-ten, de Joodse groep in Nederland te zien als een willekeurig kerkgenootschap. In zijn theoretisch schema moest deze groep al lang niet meer bestaan, maar als kapitalisten wekten zij zijn onlustgevoelens. Hoewel hij volgens zijn ideologie blij moest zijn met het feit dat zijn kleinkinderen slechts half-Joods waren, voelde hij zich toch emotioneel verarmd omdat zij niet meer in het Oude Verbond waren opgenomen.
In meerdere interviews ontmoette men dergelijke inconsequenties die terug te brengen zijn op het algemeen gegeven, dat de mens enerzijds tracht te leven langs rationele denkschema’s, maar tegelijk toch geen afstand wil doen van zijn gevoelswereld.
Deze menging van rationele en irrationele waarden compliceert wel de gevonden gegevens, maar doet tegelijk vermoeden, dat de geïnterviewden zich in al hun facetten voor het interview hebben opengesteld.
42