Bij het definiëren van de massa en het samenstellen van de steekproef hebben wij dus gebruik gemaakt van de „masterlist” methode. In ons geval heeft dit slechts één nadeel. Bepaalde instanties die ons namen verstrekten deden dit slechts op voorwaarde van geheimhouding der bronnen. Na rijp beraad hebben wij het grote belang — de informatie — gesteld boven het kleinere — het in het openbaar kunnen verdedigen van de bronnen Wij hebben echter nu het grote voordeel, dat wij bij dit onderzoek over een massa beschikken, veel uitgebreider en minder eenzijdig dan bij andere, in het vorige hoofdstuk aangeduide onderzoekingen gebruikt.
Wij willen nog even ingaan op de andere methoden, die gebruikt zijn voor het vaststellen van de massa voor dergelijke onderzoeken bij Joden. Naast de „masterlist” methode zijn dit de volgende:
A. De Jom Kippoer-methode: informeren welke kinderen op de Grote Verzoendag worden thuisgehouden van school. Deze methode heeft vier nadelen:
1. Niet alle scholen geven deze informatie.
2. In verschillende landen houdt slechts een minderheid der Joodse ouders hun kinderen op Jom Kippoer van school.
3. Eenzijdige selectie, nu op orthopractische grondslag.
4. Ook een eenzijdige selectie samenhangend met de gezinsbouw.
B. Het selecteren van Joodse namen, de onomastiek1: hiervoor is een nieuw specialisme gekomen dat eruit bestaat om in ieder land of gebied de specifiek Joodse namen te bepalen. Daarnaast wordt nog het percentage vastgesteld van de dragers van de specifiek Joodse namen ten opzichte van de gehele Joodse groep. Dit is een moeilijke methode met veel gissingen die vanzelf weer vergissingen uitlokken en een selectie ten voordele van de Cohens en ten nadele van de singuliere namen.
C. De Sneeuwbal-methode; men vraagt aan leden in een bepaalde kring adressen van Joodse kennissen en aan deze kennissen weer
39
1
Zie W. Bocks voordracht op de meer genoemde conferentie in Brussel in 1962 (blz. 31).