De joden in Amsterdam

Titel
De joden in Amsterdam

Jaar
1967

Druk
1967

Overig
1ed 1967

Pagina's
185



te veel het karakter van terreinverkenningen om als bewijsmateriaal te kunnen gelden. Daarbij moet in het oog worden gehouden dat de laatste twee hun steekproef beperkten tot universitaire studenten, de meest geliefde proefkonijnen bij het sociale onderzoek, maar (zoals bekend) in sociaaleconomisch opzicht typisch marginale mensen met wel zeer specifieke aanpassingsproblemen.

Bij Geismar waren de geïnterviewden leden van een zionistisch jeugdkamp; ook al weer niet representatief voor de Amerikaans Joodse gemeenschap. In alle gevallen waren het adolescenten, door Lewin zelf als voorbeeld gesteld van marginale mensen:

„Those marginal men and women are in somewhat the same position as an adolescent who is no longer a child and certainly does not want to be a child any longer, but who knows at the same time that he is not really accepted as a grown-up. This uncertainty about the ground on which he stands and the group to which he belongs often makes the adolescent loud, restless, at once timid and aggressive, oversensitive and tending to go to extremes, over-critical of others and himself. The marginal Jew is condemned for his lifetime to remain in a similar situation”. (Resolving Social Conflicts, p. 181).

Wanneer men de werken van Park en Stonequist met die van Lewin vergelijkt wordt het duidelijk dat, afgezien van het feit dat de laatste een meer negatieve interpretatie geeft van de positie van de marginale mens (men zou kunnen zeggen dat Park en Stonequist een meer 19e eeuws klinkende vooruitgangsoptimisme laten horen en Lewin met zijn termen angst en onzekerheid een meer 20e eeuws geluid), het verschil tussen de eerste twee en Lewin mede is bepaald doordat eerstgenoemden meer de nadruk leggen op de positie van de groep, onderhevig aan sociale invloeden (marginal situation), terwijl de laatste meer het accent legt op de personen in de groep en hun psychologische problematiek (the marginal attitude). Daarbij komt nog dat Stonequist en Park de gehele niet-dominante groep marginaal noemen en Lewin daarentegen alleen de randfiguren van de minderheidsgroep1 .

1 Vergelijk Stonequist die in hoofdstuk 3 van „Marginal Man” duidelijk alle groepen Joden onder zijn begrip marginale mens laat vallen, van de „orthodox Jews of which the Jews of pre-war Russia and Galicia were typical” tot de „agnostic Jews who have completely broken from Judaism” met Lewin die in zijn „Bringing Up the Jewish

H

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.