In 1941 gaven zich in Amsterdam 79.410 Joden als zodanig op bij de bezettingsautoriteiten. Het verschil tussen dit getal en dat van 1930 is terug te brengen op a) de principieel onkerkelijke Joden, die zich niet als leden van een Joods kerkgenootschap bij de volkstelling opgaven, maar wel onder de nazi-wetgeving vielen en b) de refugiés uit Midden-Europa, die in de jaren dertig uit de door Hitler beheerste gebieden waren uitgeweken. Van deze 80.000 Joden bleken er 14.000 de oorlog te hebben overleefd1. Deze groep, die in grote meerderheid reeds generaties lang verblijf houdt in haar woonland, een assimilatieproces van anderhalve eeuw achter de rug heeft en gezamenlijk een Jodenvervolging heeft doorgemaakt, is wat haar Joodse ervaringen betreft betrekkelijk homogeen. Deze feiten maken haar bijzonder geschikt om te dienen als onderwerp van een van de eerste uitgebreide onderzoeken door middel van een representatieve steekproef van een gehele Joodse gemeenschap2.
7
1
Onderstaande tabel geeft enig inzicht van de wijze waarop de Amsterdamse Joden de oorlog hebben overleefd. Het betreft hier een vraag uit de questionnaire, (zie
bijlage 1, vraag ^6). %
Bent U tijdens de oorlog ondergedoken geweest? ja.......107 — 46
Bent U in een kamp geweest? Zo ja, welk kamp?
vernietigings............................................14 — 6
of ander (Bergen-Belsen, Theresienstadt, Westerbork)..........44 — 20
Indien U de oorlog heeft doorgebracht buiten het door Duitsland bezette gebied, was U hier reeds vóór of tijdens de Meidagen 1940? 11 — s
of bent U tijdens de oorlog ontsnapt naar dit gebied?..............5 - 2
of viel U in een van de categorieën die bij het nazi-systeem nog niet
voor deportatie in aanmerking kwamen?......................50 — 21
2
Bij enkele grotere Joodse gemeenschappen met een Joodse massa die veel korter in het land van vestiging verblijven is men op dit moment wel in staat van voorbereiding voor een dergelijk onderzoek. Onder meer Claude Levy, Parijs, voor Frankrijk, speciaal de Algerijnse Joodse immigratie van de laatste jaren; Prof. Fred. Massarik, Los Angeles, voor de Verenigde Staten; Dr. Ernest Krausz, Londen voor Groot-Brittannië. Verder een groot project van Prof. S. Herman, Jerusalem over Joodse identiteit in Israël en verschillende landen in de diaspora. (Mededeling op de „Second Scholars’ Conference on Jewish Life in Contemporary Europe”, Brussel 1967).