en stort zich in het wereldwijde graf om achter eigen aandrift te belanden, maar draagt het brandmerk van de ketens mee, die het een leven lang heeft moeten dragen, tot in den afgrond onder ster en zee en ziet de oude vijandschap weer dagen in lichtbeweeg, in het verstomde staan van sidderende diepzeecreaturen, en roept de uitgedoofde sterren aan boven de hemelhoge watermuren, en blikt opnieuw de blinde tweedracht in het zwarte, onverzoenlijke gelaat, gemarteld door bewustheid die den zin des levens als zinledigheid verstaat.
21