WILDERNIS
Haar leven, door het duister ondergraven, kan zich alleen aan bloei van angsten laven, bloedrode tekens in de wildernis, waartoe haar oogopslag verhevigd is; rozen van waanzin in een avondgrauwen, dat haar met dode handen streelt.
Nog gaat haar leven in dien angst te rouwen, tot zij ook dit verspeelt.
16