Storm uit het Oosten

; onzichtbaar schier; de snelle schaduwveeg !' der vleugels raakte nauwelijks de grond;

: de morgens openden hun licht alsof 1 geen wilde moordzucht in de atmosfeer ¹ een wolk van dromen opjoeg als nog nooit ! gebald stond voor het aangezicht der zon.

; Maar reeds hadden de weinigen wier ziel i sinds j aar en dag werd uitgewoond door angst j om wat voorbij de grens zich samentrok ■' aan woede die het innerlijke licht ■i verdelgde in des mensen oogopslag,

^! hun leven prijsgegeven aan de dood,

| terwijl de vlag van Nederland haar vlam I moest doven voor de gierende orkaan.

I En wie uit Israël geboren was,

■ voelde een zwarte holte in zijn hoofd;

I al zijn gedachten stroomden daarin weg als water in het keelgat van een put,

! wanneer hij naar de einder wilde zien ! waarachter zich een morgen hield verschanst i van rampen zwaar en donker als geen kracht

j van denken zich te binnen brengen kon.

j

; Een sluipsgewijs bedreven massamoord, j een stil en koel voltrokken worgproces,

! een langzame omarming die de lucht ; wegperste uit het lichaam van de Jood,

| dit was het gruwelijke droomgezicht ! dat aan de einder van hun wellust stond, j Behoedzaam zetten zij de aanval in, met kleine schramgebaren van hun klauw; geen schepsel zag het dunne bloedspoor dat

27