houding veranderde daardoor, werd gebiedend, alsof hij inderdaad universitaire prestaties had geleverd. Maar toen hij een keer zijn woning verliet en zag hoe de vogeltjes wild opvlogen, had hij de stok weer afgedankt.
Een mens moet soms hard zijn, dacht hij. Als we nu maar precies wisten wat als hard en wat als zacht moet worden beschouwd.
Alfred nam een notitieboekje uit zijn zak en begon daar iets in te krabbelen.
Alfred sprak soms van de verschillende vormen van communicatie die hem ten dienste stonden. In de eerste plaats was er natuurlijk het normale gesprek, waarmee hij zich zelden inliet. Meer praten betekende alleen maar het aantal domheden vermeerderen.
De mooiste vorm van communicatie was die waarbij natuurverschijnselen betrokken waren. Het aanzwellen van de wind, eerst bijna onmerkbaar, dan vlugger en vlugger, de wilde, bijna uitzinnige geluiden - het was het meest fantastische fenomeen dat hij kende. Hij ging erin op, niet letterlijk, maar in overdrachtelijke zin. Een paar keer had men bij zo’n noodweer Alfred door de straten zien schuifelen, wat hem voor een poosje de bijnaam ‘de durver’ opleverde. Hij vond dat overdreven, maar verzette zich er niet tegen, omdat het een nieuwe vorm van communicatie tot stand kon brengen.
Denkend aan de mogelijkheden die het leven de mens bood, kwam hij op het idee alle afval die het strand kon bieden - kisten, manden, planken, alles
— 19 —