Scheppingsdroom

Titel
Scheppingsdroom

Jaar
1940

Overig
poezie

Pagina's
104



van hun neusvleugelen verrieden nood.

Het was of zij den adem van den dood inhaalden. In een lang en streelend klagen zochten zij de beklemming te verjagen.

Dan huiverden zij sterker, langs hun flank bewoog een kille stroom, een nevelbank.

Hun klamme zweet droop langzaam op den grond,

hun lijf, dat naar den wind gespannen stond,

schoot eensklaps, als een suizend projectiel,

de ruimte binnen, als een roffel viel

hun hoefgeklop tegen het witte vlies

der stilte en tot donker dreunen wies

de echo van het menschelijk alarm,

een schreeuw naar licht, een hongerkreet naar warm

hunkerend leven in de heerschappij

der zon. Als zwarte vlokken joegen zij

over het moederlichaam van de aard.

Maar voor de zee verlangzaamde hun vaart, de horizon lag tot een cirkelboog opengeworpen, in de lucht omhoog bleven hun koppen als verbijsterd staren.

Onder de blinde razernij der baren werd alles weggebrand, er bleef alleen het namelooze leven van voorheen.


66

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.