Scheppingsdroom

Titel
Scheppingsdroom

Jaar
1940

Overig
poezie

Pagina's
104



zijn snoet naar voren stak; het boorde spits zich in de blauwe ruimte en een flits van vuur stond in zijn oogkassen gepriemd.

Zijn staart, een slanggedrocht, kwam aangestriemd op het geboomte, als een geeselkoord.

Een doffe hamering plantte zich voort over de aarde, maar de lange muil ging open; in dien afgrondzwarten kuil blonk achter tandmessen het roode vleesch, wegdonkerend naar binnen, waaruit heesch begon omhoog te spuiten een fontein van klanken, een gehuil dat als een lijn tegen het hemelblauw rechtop bleef staan.

Een siddering voer het geboomte aan.

Tusschen de kruinen sloegen zwarte vlerken windgolven los, die rolden in een sterke branding naar links en rechts over het bosch, en vogellijven, als een dravend ros, klepperden door het licht. De god stond stil binnen de ruimte, maar in dit getril van klanken beefde ook zijn lichaam mee: de honger huilde, het onstilbaar wee van de ten dood bereiden. Hij begroef zijn oogen in de zon} hij voelde stroef het raspen van het licht langs zijn gelaat, want in dit heesch geroep brandde het kwaad

60

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.