Scheppingsdroom

Titel
Scheppingsdroom

Jaar
1940

Overig
poezie

Pagina's
104



van de vernietiging, het kille koninkrijk der aarde, een gigantisch glazen lijk.

„Knaap, op mijn wenk bestijgt de roode zon den hemelmuur, en langs het zwart balcon der wereldruimte storten lichtgordijnen, als gouden flarden hangen zij te schijnen.

Ik roep de stemmen van het water los, ik waaier door de kruinen van het bosch, in dichte wolken stuift het wit geluid de diepe bronnen van de stilte uit.

Ik ben de geest, die vuur en klank beweegt en langs de oevers van den hemel veegt hun scherven samen tot een blind gewoel.

Ik ben de zinloosheid, ik ben het doel van het gesidder en den stillen stand der dingen. Uit mijn opgeheven hand springt het getoover, dat gij ademloos aanschouwen moet, sinds gij het zijn verkoos boven den droom. Knaap, houd uw lichaam vast, zoolang gij over afgrondsranden tast naar het onpeilbare. Bewaak het licht van uwe oogen, nu de wereld dicht-gehamerd is en aan den gladden wand van de creatie het geluid verbrandt.

49


Scheppingsdroom 4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.