Scheppingsdroom

Titel
Scheppingsdroom

Jaar
1940

Overig
poezie

Pagina's
104



„Ziet gij de aarde tollen door het ruim? Mijn adem was de zweepslag en als kruim spatten de bollen door het hemeldiep.

Ik teekende ellipsen, sedert liep het gruis der schepping langs zijn vaste baan, en in geen eeuwigheid kan het ontgaan zijn oeraandrift. In elk atoom der stof woedt het verlangen, dat de schepping trof, naar overspanning van de eigen kracht, naar mateloosheid die zich met geen macht kan vergenoegen, maar steeds verder reikt dan hare grenzen. Aan die koorts bezwijkt het sterfelijke, maar het groot verband houdt zich door dit verbijsterd spel in stand. Het is de onhoorbare vleugelslag van het verborgen en volstrekt gezag, waarmee mijn geest het wereldal gebiedt. Maar gij, die slechts het mechanisme ziet, zijt zelve van het driftig materiaal.

Voor het geheime zieden wijkt uw taal, en wat gij nu ervaart, scheurt in uw vleesch de zenuwvezels bloot. Voelt gij de vrees, die langs uw lichaam, als een zwart insect wiekt op en neer? Gij zijt met vuur beplekt, dat bijt u door de huid en knaagt uw been langzaam te pulver. Zie, gij zijt alleen,


42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.