Scheppingsdroom

Titel
Scheppingsdroom

Jaar
1940

Overig
poezie

Pagina's
104



En weer die stem: „Ik ben de ademtocht der schepping, uit den nacht heb ik gewrocht de wateren, ik deed hun zuilen staan gerekt naar het magneetveld van de maan. De kapiteelen, in een paarsen damp, werden versplinterd door een felle kramp.

In dunne vlokken stoven zij uiteen, een watergordel, waar het vuur door scheen; het fonkelde in honderd regenbogen en stroomde neer uit roode zonneoogen over de bergen, die in steigering waren geraakt; de huid der aarde ging in plooien staan, die golfden op en neer. Een zwart geluid doorvoer de atmosfeer: uit kratermonden brak het ingewand der aarde los en blies een rossen brand tegen den dampkring. Uit het watervlak verrezen landen en een bergtop stak zijn vuurbrakende spits naar het gezicht der hemelen omhoog; het walmend licht des afgronds hing als schemer in het vuur der constellaties, een oneindig uur.


41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.