in de verborgen holten van den tijd,
2ag hij zijn hart besprongen door een wijd ervaren dat het oogenblik verheft tot eeuwigheid, alsof een bliksem treft het zeer begrensde hart en scheurt het open, en doet het warme bloed verwilderd loopen door tijd en ruimte en balt hen tezaam tot de volstrekte kern, waarin de naam der dingen wordt verteerd en weggebrand; er is alleen het nameloos verband, dat uit die kern van gloed is losgesprongen, en dat als harmonie wordt toegezongen aan de geduldigen, maar als een brand de harten in vervoering overmant.
In witte en oranje cirkels woei licht door de wereld, gruwelijke bloei van vlammenoogen, waarin de pupil was dichtgegloeid. Met een gerekten gil, een bliksem van geluid door het heelal, stoof daar een sterrelichaam, op zijn val stortte een wolk van vuren steenen mee en trok een schroeibaan door de ruimtezee. En uit den hemelwand kwam aangerend een witte maan, een uitgebleekt fragment
Scheppingsdroom 3