begonnen eensklaps tranen langs zijn wang, maar fel beet hij zijn lippen in bedwang, en bleef aandachtig voor de moede huid van dit gelaat. Haar adem stroomde uit rustig en breed, en scheen hem te omwolken met innigheid, en tot zijn onbeholpen, schuchtere wezen drong haar adem in, en deed hem weer ontwaken tot den zin des levens, het onafgebroken drijven der schepping, waarin smalle menschenlijven als witte vlaggen open staan gebloeid, totdat zij gansch doorlicht zijn en vermoeid.
Zij stonden samen in het klein station, de voeten op het grindige perron onzeker tastend. Langs de witte lijn der rails stoof gele zonneschijn den einder tegemoet, een hooge kreet van licht tusschen de velden, die zich breed en brandend langs den weg verhieven.
De knaap zag naar dit toomelooze klieven der ruimte en een beving voer hem aan, zijn voeten konden zoo niet blijven staan, als verontruste dieren schoven zij over het grind. De moeder zag hoe hij
20