Scheppingsdroom

Titel
Scheppingsdroom

Jaar
1940

Overig
poezie

Pagina's
104



hun weg begaan en zien op einders uit, wier diepte aan geen knaap zich nog ontsluit. Zijn blik gleed langs het witte ledikant, waarop zijn lijfgoed lag; de brooze hand ontwaarde hij, die dit had neergelegd.

Hij stond daar, als een schipper op de plecht, speurende naar het land achter de lijn der horizonten; hoog en tevens klein binnen de cirkeling van lucht en water.

Er is de zachte klop van het geklater tegen den boeg, maar ook de verre schreeuw van een in witte ruimten staande meeuw.

Hij nam het stroogele valies en lei daarin zijn kleeren, langzaam, alsof hij zich nog bezinnen moest op wat hij deed, maar plots gehaast: daarbuiten klonk de kreet van jonge stemmen; als een lichtend spoor kwamen zij in het veld van zijn gehoor.

En met een ruk trok hij de riemen toe van het valies, en ging en zag niet hoe stil achter hem de smalle kamer lag, waarin het licht hing als een blinkend rag.

Zijn broeders en zijn zuster: roodgebrand kwamen zij uit den oven van het land.

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.