Het lied van de olifant

Titel
Het lied van de olifant

Jaar
1958

Overig
poezie

Pagina's
33



Hij hield een lange, fraaie rede, die hij met veel gekuch omkleedde.

De inhoud van het stuk was, dat hij 5t dier opeiste voor de stad.

De dierentuin zou pas gedijen, als deze olifant de rijen der inwoners versterken kwam met al zijn duizend kilogram.

De jager zwaaide met zijn armen, alsof hij zich wilde verwarmen en riep: „Ik zal hem liever slopen dan in een kooi te laten lopen!55

Maar 5t laatste woord was haast gezegd. De ander trok zijn jasje recht en zei: „Gij moet u niet ontzetten van deze bundel bankbiljetten.”

Voor elke kilo olifant hield hij een briefje in zijn hand van honderd gulden. Dit gezicht heeft 5s jagers zorgen zeer verlicht.

Hij wilde 5t geld reeds dankbaar innen en zelf een rede gaan beginnen, toen er een derde nadertrad, zo mager als een bonelat.

„Mijnheer,55 zo sprak hij kort en fel,

„ik reik u hier een dwangbevel, want iemand met belastingschuld wordt in ons landje niet geduld!55

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.