Het lied van de olifant

Titel
Het lied van de olifant

Jaar
1958

Overig
poezie

Pagina's
33



De oudjes van het stadsgesticht vervulden ook hun burgerplicht: zes autobussen, zwaar beladen, brachten hen naar de barrikade.

Daar werd al spoedig druk gevent met briefkaarten van negen cent.

Men zag daarop de olifant in al zijn trots, met slurf en tand.

En iedereen kocht deze prent bij wijze van signalement, opdat men 5t dier terstond herkende, als 5t naar de barrikade rende.

Hoog op de stapel steen en hout stonden tien mannen, sterk en stout.

Er lag een grijnslach om hun mond, waarin het goud te blinken stond.

De lasso in hun forse hand waarborgde aan het ganse land de wederkeer van recht en rust.

Diep waren zij zich dit bewust.

Daar kon men, heel ver weg, iets horen, ’t Verzameld volk spitste de oren: dat donker dreigende geklop was zeker ?s olifants galop.

De schare, in eerbiedig zwijgen, zag nu tien rechterhanden stijgen, in elke een trefzeker wapen, voor d’olifantenvangst geschapen.

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.