Het lied van de olifant

Titel
Het lied van de olifant

Jaar
1958

Overig
poezie

Pagina's
33



Reeds had de koning ’t punt bereikt, waar ’t gloeiende woestijnzand wijkt voor dorpen, steden, bos en veld.

Geen hindernis heeft hij geteld.

Een huis, een kar, een mens, een paard, hij liep hen in zijn dolle vaart pardoes omver. Een wild getier vervolgde overal het dier.

Nu stortte hij zich op een plein.

5t Trof dat het daar juist markt moest zijn, waar duizenden van Arabieren dooreenkrioelden gelijk mieren.

De adem stokte in de keel bij dit verschrikkelijk toneel: de olifant vertrapte wat hij maar onder zijn poten had.

Serviezen, reukwerk en tapijten, armbanden, brillen, schapen, geiten, hij stampte in zijn razernij het allemaal tot moes en brij.

Het duurde nauwlijks een minuut of reeds was onze logge bruut 5t verwoeste stadje uitgesneld en draafde door het open veld.

Jt Hoeft niet gezegd, dat het gewas onder de olifantenpas ten prooi viel aan een droevig lot: hij rende heel de oogst kapot.

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.