Het lied van de olifant

Titel
Het lied van de olifant

Jaar
1958

Overig
poezie

Pagina's
33



En zo, achter het strakke koord, vloog hij door zand en stormen voort, maar met de beste moed bezield, dat hij een prooi gevangen hield.

’t Was inderdaad niet slecht gegist, dat hij zijn doel niet had gemist.

Zijn dapperheid vond ruim beloning: hij ving de olifantenkoning!

Dit dier, reeds meer dan opgewonden, wijl het zijn eer achtte geschonden, werd door de lasso dubbel vals, die het plots voelde om zijn hals.

Zoiets was waarlijk ongehoord, dat hij daar onverhoeds een koord moest dragen als een domme knol!

Hij sloeg nog heftiger op hol.

Hij schudde, stampte, brulde, beet, totdat hij baadde in het zweet, maar dat hij uit het touw mocht raken, zie, daarvan was helaas geen sprake.

Ten slotte deed hij een beroep op heel de olifantentroep en riep: „Wie haalt mij uit het koord?’5 Zijn wanhoopskreet werd niet gehoord.

Want, o onmeetlijk ongeluk, de andren waren stuk voor stuk in het woestijnzand neergerold.

De kudde had zich doodgehold.

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.