sten bij hem verdwaalden klant; ik ben d’r niet bang voor. ’t Is een nieuwertje, hè. En voor den zooveelsten maal ook dacht Alberts: — Stik voor mijn part!
Hij was bezig zijn laatste mogelijkheid om ’t er door te halen, kapot te slaan. Want er bleef iets van zijn beroerde stemming bij de klanten hangen. Ze konden ’t begrijpen, ’t Was ook niet alles voor zoo’n man. Maar toch — je ging, waar je ’t voor-deeligst terecht kon. En een zure was die Alberts altijd geweest. Hij moest maar eens een lesje nemen bij de voorkomende bedienden van Kolonia.
Een gehavende totaal-ontvangst bij Alberts. Hij constateerde het, toen hij dien avond zijn kas uittelde. Vrouw en dochter zaten in de huiskamer, dorsten niets te vragen. Wat had juffrouw Alberts het bedrag graag geweten! Maar zoo’n onweers-gezicht wou ze niet trotsseeren. Ze vermoedde trouwens wel zoo ongeveer, waar ze aan toe waren.
Toosje was in volkomen harmonie met haar moeder, ’t Werd er niet vroolijker op thuis. In de eerste plaats met die zaak. En
85