Dries beschouwde het als voor hem bestemd. Iedereen scheen dat trouwens met hem eens te zijn, want er verhief zich geen protest, toen hij zich verwijderde.
— Meneer Hartvelt, is er iets te zeggen voor den kruidenier, begon Dries.
Dirks gelaat stond geheel in den bazen-plooi.
— Ja, anders had ik je niet hier laten komen! Ofschoon je eigenlijk bij Schilt-meijer moet zijn voor dergelijke dingen.
— Dan zal ik daar maar naar toegaan, zei Dries, die den smoor inkreeg.
— Nee, blijf even hier! Weet je precies waar je vanavond moet zijn? Vloedstraat 68. Om zes uur.
— Je had gesproken van zeven uur.
— O, dacht je, dat je bij de opening pas kon komen binnenvallen? Zou je je niet eerst behoorlijk moeten voorbereiden?
Waarom Dries al deze aardigheden verdroeg, wist hij niet. Maar hij luisterde geduldig naar wat zijn broer hem vertelde. Hoe hij op den gang van zaken moest letten, op de bedienden, op de ontvangst van het geld. Duizend kleinigheden
80