rustige voornaamheid. Hoe fraai waren die kleine ruitjes van glas-in-lood. En die mooie afgeronde hoeken.
De baan was met het huis in overeenstemming. Zij lag besloten tusschen groepen dennen.
— Zoo’n rustig plekje vinden we nergens, zei Dries.
— Nee, ’t is hier heerlijk, zei Louise, en ze haalde diep de geurige lucht in.
Een uur lang speelden zij. Dries bleek gemakkelijk haar meerdere. Zooals in alles, dacht Louise. Als ze naar zijn aalvlugge bewegingen keek, voelde ze een onverklaarbare opwinding. Hij was toch een wonderlijke jongen. En pas een-en-twintig jaar. Maar een half jaar ouder dan zij.
Zij rustten wat in het huisje bij de baan, dat de huisbewaarder voor hen had ontsloten. Zijn vrouw kwam weldra met een kopje thee aandragen.
— Is dat uw verloofde, meneer Dries? vroeg de nieuwsgierige, maar hartelijke oude.
— Best mogelijk, antwoordde Dries. Ik weet 't nog niet precies. En hij lachte.
39