dingen zegt. En heeft-ie je zelf niet verteld, dat-ie maar wat rondlummelt? Neem eens Jan van den Broek of Karel Sluiter-man, of. ..
— Ja, ja, had Louise haar onderbroken, ik weet het allang. Allemaal vlijtige, nuttige jongens. Maar ik vind Dries Hartvelt nou eenmaal veel aardiger dan al die kerels bij mekaar.
— Tut, tut, deed mevrouw Van der Kooy bezorgd, je moet je wat beheer -schen, kind. Je ziet zelf, hoe gek ’t gaat bij zulke menschen. Met handen en voeten hebben ze zich d’r eerst bovenop gewerkt
— wat op zichzelf natuurlijk heel mooi is
— en nou speelt daar die jongen al de geblaseerde cfandy.
Louise was werkelijk kwaad geworden en weggeloopen. Met of zonder toestemming van haar moeder — ze ging met Dries mee.
Zelfs aarzelde ze niet om hem, toen hij in zijn wagentje verscheen, direct binnen te laten.
— Dag, Dries, kom even binnen. Ik moet nog even naar boven, m’ntoilet voltooien.
35