een Viking, die op de ongewisse baren, naar een ongewisse kust op zoek is. Daar kan je last van hebben, hè? — Maar zullen we ons hier even nederlaten?
Dries wees naar een café-terras en zij gingen zitten.
Louise voelde opeens een warmere sympathie voor Dries dan zij ooit had gehad. Die jongen had waarachtig iets met haar gemeen. Blijkbaar ook een, die niet veel raad met zichzelf wist. Of zou 't comedie van hem zijn?
Terwijl zij zich deze dingen afvroeg, redeneerde Dries verder, groette verschillende menschen, die voorbijliepen en neuriede de Schlagers mee, die het café-or-kestje ten gehoore bracht.
Nee, blijkbaar was Dries toch een vroo-lijke vent, dacht Louise. Maar niet die vervelende opgewektheid, die ze tot dusver in zoo ruime mate bij jongelui had ontmoet. Ze werd er waarlijk door aangestoken, lachte, flirtte en rookte, alsof ze den nutteloozen ballast van haar eigen persoontje niet had te torsen.
Aan den anderen kant onderging ze de
)2