den banketbakker onder het hoofd „Faillissementen” in het ochtendblad. Alberts las dit rubriekje altijd nauwkeurig. Het nieuwtje was niet in staat hem op te vroo-lijken.
Zijn vrouw las alleen de damesrubriek in het Zaterdagavondnummer en wist van het voorgevallene niets af. Dat haar man zuur keek was immers niets bijzonders. Maar een praatgrage klant bracht haar al spoedig op de hoogte van het feit, dat de arme banketbakker door de groote onderneming was doodgedrukt.
Zij sprak er met haar man over en nu vertelde Alberts de historie, zooals hij die van het slachtoffer had vernomen, zonder er echter eenige conclusie omtrent zichzelf aan te verbinden. Maar juffrouw Alberts bracht het chapiter ter sprake.
— Stel je eens voor, zei ze ongerust, dat we hier zooiets naast de deur krijgen. Je ken natuurlijk wel wat concurreeren, maar die lui maken je gewoonweg kapot met hun tachtig of negentig filialen.
— Ja, dat zal wel, antwoordde Alberts
16