Die had echter een beteren kijk op de zaak dan zijn vrouw.
— Als jij je kalm had gehouden, zou het heelemaal niet gebeurd zijn. Maar maak je niet ongerust. Ze komt wel terug. — Toch was hij ook niet zoo heel prettig gestemd.
Louise was slechts vijf huizen verder, in een sigarenwinkel op den hoek van de straat. Daar belde zij in een telefooncel Dries op. Haar schijnbare kalmte had zij bij het verlaten van het huis verloren. Die paar passen in de open straat waren een sensatie, die haar levenslang zou bijblijven. De boomen stonden vol in blad. De straat was eindeloos lang, en in de verte zag zij den blauwen hemel, waar de straat in het nog onbebouwde land uitmondde. Nooit had zij zoo sterk het besef van haar men-schelijke verlatenheid en begrenzing, en daartegenover de eindeloosheid en onverschilligheid van de wereld gevoeld.
— Dries, ik moet je direct even spreken, zei Louise aan de telefoon.
— Wat is er dan, lieveling? vroeg Dries, die den avond met Nanny in de „Bridge Bar” dacht door te brengen. Hij hoorde,
105