Bourges
Koelte van een kerk. Wind tussen de zuilen.
Het is morgen. Ik volg paden van gebrandschilderd licht.
Heiligen fluisteren over mijn schouder, openen in mijn geheugen deuren naar een doorzichtig heelal.
Plavuizen worden teelgrond, zijkapellen zeeboezems vol levend water.
Mijn voeten rusten op een weergevonden strand.
Koelte van een kerk. Het is al avond.
De hemel gaat sluiten. De heiligen bloeien bij kaarslicht. De zomernacht is wit van onverbiddelijke sterren.