Deller Consort
Ergens in een dal van de Provence.
Het was zonnig geweest, er hing nog goud in de lucht; de hellingen rilden in hun vacht en werden van lieverlee zacht ademende wolken.
In een kapel waar oude schemering de tijd tot staan gebracht had, slechts de ramen werden nog betast door vingertoppen licht, begon muziek met vier, vijf monden te getuigen, koor van uit éen bron drinkende enkelingen, mensen, in de voornacht van de dood door zoveel leven aangeraakt dat alle raadsels in hun stem bewogen en zingend wederkeerden naar de grens van het gehoor.