Dwars door de zomer

Titel
Dwars door de zomer

Jaar
1962

Overig
poezie

Pagina's
41



Verademingen

Middag. Een moede wind. De hemel rustte wit op het land. Koeien ontstonden uit mist van zon. Een boom kwam plotseling omhoogstaan op de rand van het heelal.

Het autodiertje, met een huppelsprong, meldde zich uit de tijd; zwijgende zonk het weg in zijn diepzinnigheid.

Maar wij begonnen druk te doen; een en al handen doken wij onder in het zwijgend dier en hieven onze nooddruft naar het licht.

De berm, vol flessen, trommels, werd een kreet van honger in het zatte polderland.

De kinderen dansten om het vreugdevuur der eetbaarheden; mijn vrouw streek het zweet der toebereidselen van haar gelaat en nam de dirigeerstaf op, een botermes.

Strelend preludeerde zij terwijl ik, peinzend naar de horizon gewend,

Gods water over Gods akker liet lopen.

ii

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.