de stem die antwoord geeft. Er komt hier geen leven meer op. De uitgetrokken wortels vinden geen houvast, slepen achter ons over de stenen, maken het afscheid tot een gebaar met gevoelloze handen langs een bevroren oppervlak.
III
Rooftocht naar geluk. Door de bewegende nevel van een ongeboren dag reden wij zuidwaarts, twee generaties in een gemotoriseerd foedraal.
De polders kwamen nog adem te kort om naar mijn hart te springen, pas de woudzoom aan de landsgrens stond in volle zon en hield zijn vroege herfstigheid met duizend armen omhoog in de vluchtende mist.
Dit kon het groot moment zijn, maar de tranen bleven hangen aan de voorruit, onverbiddelijk beschermer tegen trage sentimenten.
Eer men kon opzien, was men kilometers
dieper in het glijdend paradijs,
spraken velden, huizen, lettertekens
andere talen, gingen er mensen
van nieuwe snit huns weegs, kronkelde rook
van onbekende kleur een schoorsteen uit,
vluchtige arabesk die werelden
opriep, bossen van donkere kracht
en geur, bijlslagen in onbewoonde stilte,
mannen die mompelend, met schemering
om hoofd en schouders, van hun arbeid komen,
47