Dood seizoen
Met flarden zomer aan zijn staart
sjokt daar de hele dag het paard
van strand naar loods, van loods naar strand.
Het badseizoen bijt in het zand
en sterft aan zijn verlatenheid.
Het paard sjokt door, het krijgt geen tijd tot omzien naar het dood seizoen.
Er is toch niets meer aan te doen: het feest is uit, de badplaats ligt terneer met afgeschminkt gezicht.
11